Wateraardbei - Comarum palustre ( Potentilla palustris)
Rozenfamilie - Rosaceae |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een overblijvende moerasplant |
Bloeiperiode: juni-juli |
Bloem: kroonbladen roodbruin, kelkbladen zeer donker (bruin-achtig/zwartachtig paars); bloeiwijze een los armbloemige bijscherm |
Blad: bladeren geveerd met 5 of 7 langwerpige deelblaadjes; bladranden gezaagd met donker groene bovenkant en een grijsgroen tot blauwgroene onderkant |
Vrucht: dopvrucht; schijnvrucht aardbeiachtig |
Hoogte/lengte: 0,2-0,3m; 0,3-1,2 m lang |
Opmerking: planten met lange wortelstokken die over de grond en tussen de vegetatie kruipen of in het water zweven, |
|
Milieu en groeiplaats: matig voedselarm tot matig voedselrijk water, vaak op kwelplaatsen, moerassen en natte hooilanden op zandige en venige bodems; in vennen, veenplassen, duinmeertjes, spoorsloten en -greppels; zon. |
Verspreiding in Nederland: op de zand- en veengronden vrij algemeen tot zeldzaam |
Toepassing: tuinen, natuurtuinen. |
Beheer: wateren afhankelijk van verlanding regelmatig schonen. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. (indien talrijk tot dominant en in de buurt van bijenvolken 3-5) |
|
Platen wateraardbei -- (Bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden) |
|
|
Platen wateraardbei -- (Bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Knoppen en blad |
|
|
Vruchtstadium |
|
|
Bloei- en vruchtstadium |
|
|
Schijnvruchten aardbeiachtig |
|
|
Vegetatie met wateraardbei en honingbij (*) |
|
|