Tormentil - Potentilla erecta
-
Rozenfamilie - Rosaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: mei-augustus
Bloem: geel, 4-tallig (4 kroon- en kelkbladen), bloeiwijze een bijscherm
Blad: 3-tallig, zelden 4 of 5-tallig. De rozetbladeren gewoonlijk verwelkt voor de bloei; stengelbladeren zittend of zeer kort gesteeld
Vrucht: dopvrucht
Overige: stengels liggend op opgaand
Hoogte: 0,1-0,4 m lang
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: natte tot enigszins droge, voedselarme, zure tot zwak zure zand-, leem- en veenbodems; in vochtige en niet te droge heiden en duinvalleien, op greppel- en slootkanten, langs spoor- en autowegen, en in heidebermen; zon-licht beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen, zelden in kleigebieden.
Toepassing: tuinen en natuurtuinen.
Beheer: grazige vegetaties met deze soort worden meestal in augustus-september gemaaid.
Wilde solitaire bijen:
Maskerbijen - Hylaeus
  Brilmaskerbij Hylaeus dilatatus  
  Gewone maskerbij H. communis  
  Kleine tuinmaskerbij H. pictipes  
  Kortsprietmskerbij H. brevicornis  
  Tuinmaskerbij H. hyalinatus  
  Weidemaskerbij H. gibbus  
Overige bijen
  Gewone dwergzandbij Andrena minitula  
  Groefbijen Lasioglossum  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1.
 
Potentilla erecta (Bron: Franz Eugen Köhler, Köhler's Medizinal-Pflanzen)
Bloem en Blad: bloem meestal met 4-tallige bloemen
 
Fragment van een vrij droog grasland
 
Een ijle graslandvegetatie met op de achtergrond kruipwilg in nat grasland
 
Fragment met kruipwilg
 
Fragment met welriekende nachtorchis en kruipwilg
 
Tormentil en akkerhoornbloem op een droge plek
 
Vegetatie met dophei op een natte plek
 
Potentilla erecta met maskerbij -
 
 
Honingbijen
 
 
 
 
 
 
 
Icarusblauwtje