Potentilla atrosanguinea var. argyrophylla
Rozenfamilie - Rosaceae |
Drachtplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: P. atrosanguinea heeft verschillende kleuren, geel, oranje, bleek tot fel rood. De De variëteit argyrophylla is vanuit het midden min of meer oranje gekleurd. |
Blad: 3-tallig, vrij dik en met een scherp gezaagde bladrand, de bovenkant is zijdeachtig behaard, de onderkant wit viltig. |
Vrucht: dopvrucht |
Hoogte/lengte: 0,2-0,4 m |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: matig voedselrijke, vochtige of vochthoudende bodem. Zon-zonnig. |
Herkomst: Himalaya. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: gevoelig voor winternatte bodems. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar (en stuifmeel?). Indicatie voor dracht: code Hb3 in de buurt van een bijenstal. |
|
Plant |
|
|
Bloemen |
|
|
|
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|