Polemonium ceruleum - Jacobslader -
Vlambloemfamilie - Polemoniaceae |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: blauw of wit, bloeiwijze een pluim |
Blad: blad oneven geveerd met 13 tot 25 deelblaadjes |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: stengels en bloemblaadjes met kleine klieren bezet |
Hoogte: 0,5=0,8 cm |
|
|
|
Milieu en groeiplaats:. matig voedselrijke tot voedselrijke, vochthoudende maar, waterdoorlatende grond, lemig zand, zandige klei. Zon-half schaduw. |
Herkomst: Midden-Europa en Noord - Azië. |
Toepassing: tuinen, rotstuinen. |
Beheer: als vaste plant. Zeer gevoelig voor winternatte bodems |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen, komen waarschijnlijk vel voor |
Dracht: nectar (en stuifmeel). Indicatie voor dracht: code Hb 3. Verzamelen van stuifmeel (nog) niet waargenomen maar de plant produceert dat wel. |
|
Boeiwijze |
|
|
Blad |
|
|
Bloem |
|
|
Aardhommel |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
Koevinkje |
|
|