Smalle weegbree - Plantago lanceolata
Weegbreefamilie - Plantaginaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: mei - september |
Bloem: groenachtig doorschijnend, helmdraden geelachtig wit; bloeiwijze eivormig tot langwerpig; stelen bloeiwijzen duidelijk gegroefd |
Blad: bladen lancetvormig |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: afhankelijk van de vegetatie en de bodemvruchtbaarheid kunnen de stengels zeer lang worden; 0,1-0,8 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot droge, schrale tot matig voedselrijke bodems; op allerlei open gronden en in allerlei grazige vegetaties onder meer tussen het plaveisel, in bermen, op dijken, graslanden en in stadsplantsoenen; zon-licht beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: zeer algemeen. |
Toepassing: wordt in bermen en stedelijke grasvelden in bloemenmengsels uitgezaaid; tuinen, |
Beheer: grasland met smalle weegbree worden meestal 2 x per jaar gemaaid; de eerste maaibeurt rond eind juni - juli de tweede in september. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Zandbijen |
Andrena |
|
|
Gewone geurgroefbij |
Lasioglossum calceatum |
|
|
Dracht: licht geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Platen smalle weegbree - (bron links: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Bloeiwijze smalle weegbree - |
|
|
Bloeiwijze van boven gezien |
|
|
Plaat en plant - (bron plaat: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Berm met meer smalle weegbree (uitgebloeid) dan gewone margriet (Vaardingen 1989) |
|
|
Smalle weegbree in schrale graslandvegetatie met onder meer hazenpootje |
|
|
Honingbij verzamelt stuifmeel |
|
|
Honingbij verzamelt stuifmeel |
|
|