Pronkboon - Phaseolus coccineus
Vlinderbloemenfamilie - Fabaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
In gematigde gebieden eenjarige plant; in het land van herkomst meerjarig. Als de plant vorstvrij en niet te vochtig overwinterd kan dat ook in Nederland.
Bloeiperiode: juni-september.
Bloem: rood of wit; bloeiwijze een tros.
Blad: bestaat uit drie deelblaadjes (drietallig)
Vrucht: een ruwe platte peul van 20-40 cm lang; zaden donker gevlekt of wit.
Plant: een rechtswindende plant.
Hoogte: tot ruim 3 m.
Opmerking: de kiemlobben van de pronkboon blijven onder de grond. Van pronkbonen bestaan vele cultuurvariëteiten..
 
Milieu en groeiplaats: een niet te droge of te natte, voedsel- en humusrijke, niet zure bodem: wordt geteeld in tuinen en akkers.
Herkomst: de berggebieden van Centraal-Amerika en Mexico. Is sinds de 17e eeuw in Europa.
Toepassing: wordt voornamelijk als groente geteeld, maar ook als sierplant.
Beheer: vooral in het beging wieden of schoffelen; jonge planten aanaarden, bemesten. .
Wilde solitaire bijen: Lathyrusbij.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1-5. Is in hoofdzaak een hommelplant; het bezoek van honingbijen is in (volks- en moes-)tuinen zeer wisselend. Zelfs als de honingbijen er vlakbij staan (binnen 100 m), worden de bloemen niet altijd door honingbijen bezocht, maar ze kunnen ook talrijk voorkomen. Voor nectar zoeken honingbijen via buitenkant aan de voet van de bloembladen. Tussen de bloembladen is de nectar voor honingbijen bereikbaar.
 
Bloeiwijze
 
Fragment bloeiwijze
 
Moestuin
 
Fragment
 
Fragment
 
Fragment
 
Fragment
 
Pronkboon als sierplant tegen een soort ronde pergola
 
Pronkboon als sierplant
 
Bovenkant pergola vanaf de onderkant gefotografeerd
 
Honingbij
 
Honingbij zoekt nectar
 
Honingbij zoek nectar: hij steekt zijn tong hier tussen de bloembladen
 
Akkerhommel zoekt nectar via de officiële ingang
 
Akkerhommel
 
Lathyrusbij (voorkopige foto)
 
Citroenvlinder