Boon - Phaseolus vulgaris
Vlinderbloemenfamilie - Fabaceae
Hommelplant, drachtplant.
Een eenjarig
Bloeiperiode: juni-juli
Bloem: wit, witachtig, bloeiwijze een armbloemige tros
Blad: bestaat uit drie deelblaadjes (drietallig)
Vrucht: een gladde peul
Overige: bij de wilde vorm is de stengel windend.
Hoogte: stengel kort rechtopstaand tot liggend of stengels lang en links windend. 0,6- 0,8 (sperziebomen) tot 3,0m snijbonen
Opmerking:
 
 
Het overgrote deel van de bonen behoren tot de soort Phaseolus vulgaris, maar binnen deze soort is er een grote verscheidenheid aan variëteiten, onder meer: snijbonen, spekbonen, sperziebonen, bruine bonen en witte bonen. in vele vormen als groente in cultuur. De foto's hebben betrekking op snijboon.
Milieu: vochtige, voedselrijke bodems; zon.
Herkomst soort: oorspronkelijk uit Zuid-Amerika.
Fauna: vooral een hommelplant; verder ook honingbijen en wilde bijen.
Toepassing: moestuinen.
Beheer: steeds opnieuw zaaien, geen organische bemesting, met uitzondering van compost, gevoelig voor kaligebrek
Wilde solitaire bijen: lathyrusbij (Chalicodoma ericetorum; waarneming Wissel gemeente Epe)
Dracht: nectar (en stuifmeel ?). Indicatie voor dracht: code Hb1 (bij een bijenvolk hb3). Zowel honingbijen als kleine hommels breken in via de voet van de bloem.
 
Bloem en bloeiwijze
 
Bloem en bloeiwijze
 
Blad
 
Vruchten
 
Een teelt in een moestuin
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Hommel (het stuifmeel is afkomstig van pompoen)
 
Aardhommel (de lichtgele kleur en de stuifmeelkorrels zijn afkomstig van bloemen van het aangrenzende bed pompoenen)
 
Aardhommel
 
Hommel