Phacelia - Phacelia tanacetifolia
Ruwbladigenfamilie - Boraginaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: mei-september
Bloem: bloem blauw, bloemkroon klokvormig, bloeiwijze een aarvormige schicht
Blad: geveerd of veerdelig
Vrucht: splitvrucht
Overige: stengel behaard en boven in met klierharen
Hoogte: 0,3-1.0 m
:
 
 
 
 
Milieu: vochtige voedselrijke, open bodems; zon
Herkomst en verspreiding in Nederland: een landbouwgewas uit Californië; als landbouwgewas in cultuur als drachtplant en gebruikt voor wisselteelt. Individuele planten komen verwilderd door het hele land voor; in bloemakkers, tussen pas aangelegde beplantingen; akkerranden (onder meer in de Noordoost Polder)
Fauna: vlinders, hommels, honingbijen
Toepassing: Akkerranden, tijdelijk braak liggende terreinen, zowel in de stad als daar buiten; pas aangelegde beplanting
Beheer: als akkergewas of als pioneervegetatie beheren: dus bodem bewerken.
Wilde solitaire bijen: zelf tot nu toe alleen houtbijen (in Noord-Frankrijk) waargenomen; verder onder meer Klokjesdikpoot bezocht.
Dracht: nectar en blauwachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5.
 
   
Bloeiwijze Terug
 
Een phaceliaveld1 in Groningen Terug
 
Een phaceliaveld 2 in Groningen Terug
 
Een brede akkerrand langs een bietenveld in de Noordoostpolder Terug
 
Een akkerrand om een graanveld in de Noordoost-polder Terug
 
Een nieuwe aanplant in Schiedam Terug
 
Phacelia met herik in Amstelveen Terug
 
FRagment bijenweide met onder meer goudsbloem en korenbloem Terug
 
Een houtbij (gefotografererd in N.Frankrijk). Komt ook in Nederland voor en zal toenemen Terug
 
Klokjesdikppoot (m) Terug
 
Klokjesdikppoot (m) Terug
 
Klokjesdikppoot (m) Terug
 
Aardhommel Terug
 
Boomhommels Terug