Japans hoefblad - petasites japonicus
Composietenfamilie - Asteraceae |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: maart-april |
Bloem: witachtig tot geelgroen, stijl niet ver buiten de bloem uitstekend (vergelijk wit hoefblad); bloeiwijze schermvormig; bloeistengel met brede (2-4 cm), lange (tot meer dan 10 cm) en duidelijk (sterk) generfde schutbladen bezet |
Blad: blad, kaal, onregelmatig getand |
Vrucht: nootjje |
Hoogte:stengelbloeiwijze 0,1-0,3 hoog blad Op voedselrijke bodem tot meer dan 1,0 m breed en 1,5m hoog. |
|
|
|
|
Milieu: vochtige tot natte, voedselrijke bodems; beschaduwd; in goed lichtdoorlatende beplantingen. |
Herkomst en Verspreiding in Nederland: Japan, vooral als stinzenplant gebruikt; verwilderd tot nu toe sporadisch. |
Toepassing: stinzen, parken, tuinen, kasteeltuinen, openbaargroen (verwilderd of aangeplant in Veenendaal). |
Beheer: Felle zon en te veel schaduw voorkomen. |
Wilde solitaire bijen: niet genoteerd waarschijnlijk zandbijen (Andrena) |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Bloeiwijze Japans hoefblad petasites japonicus met brede schutbladen |
|
|
Bloeiwijze met schutbladen die veel langer zijn dan gesteelde hoofdjes |
|
|
Onregelmatig getand blad en bloeiwijze - |
|
|
Blad en bloeiwijze |
|
|
Blad en bloeiwijze - |
|
|
Vegetatie op beschaduwd vijvertalud in Veenendaal (1990 - 2011-?) |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|