Veenwortel - Persicaria amphibia
Duizendknoopfamilie - Polygonaceae |
| Drachtplant |
 |
Een overblijvende plant |
| Bloeiperiode: juni -oktober |
| Bloem: roze, bloeiwijze aarachtig |
| Blad: langwerpig en gaafrandig |
| Vrucht: een eenzadige dopvrucht |
| Overige: zowel een water- als een landplant; een tot 1 m diep wortelende plant |
| Hoogte/lengte: landvorm 0,3-0,8, m; watervorm, tot stengels van ca. 1,5m. |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: ondiepe voedselrijke wateren, ook in matig voedselrijk - relatief voedselarm water met een voedselrijke bodems; verder in allerlei overgangen van nat naar droog; de droge vorm vaak niet bloeiend of alleen in zeer natte periodes of op plekken met een natte ondergrond; in vijvers, sloten en plassen, aan oevers van beken, sloten vijverkanten, in wegbermen, op hoge spoordijken en tussen het plaveisel; bloeiende landvormen zijn een indicator voor natte ondergrond; zon-licht beschaduwd. |
| Verspreiding in Nederland: algemeen. |
| Toepassing: geen |
| Beheer: is voor het in stand houden van de plant niet nodig. Landvormen behoeven geen speciaal beheer; de watervorm houdt zich zelf tot en met een vergevorderd verlandingsstadium in stand. Veenwortel kan soms wegens zijn zeer lange taaie wortelstokken een lastig te beheren plant zijn. |
| Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
| Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. In omgeving van bijenvolken waarschijnlijk meer. |
| |
| Plaat -(Bron: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
 |
| |
| Plaat - (Bron: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm ) |
 |
| |
| Blad en blloeiwijze |
 |
| |
| Fragment greppel begroeiing |
 |
| |
| Veenwortel als waterplant |
 |
| |
 |
| |