Reuzenklaproos - Papaver orientale
-Papaveraceae - Papaverfamilie ----- |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: mei - juni |
Bloem: rood - rood-oranje met zwarte, soms met violette vlekken aan de voet van de kroonbladen; cultivars allerlei kleuren tussen wit en paars |
Blad: groot, behaarden veerdelig samengesteld; grotendeels wortelstandig; stengelbladen klein |
Vrucht: een doosvrucht |
Plant: witachtig behaard |
Hoogte: 0,7-1,0 m |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: min of meer vochtige, voedselrijke, humeuze minerale, niet zure bodems; zon |
Herkomst: Iran, Kaukasus, Turkije; komt ook verwilderd voor, maar nooit standhoudend |
Toepassing: in tuinen |
Beheer: als vaste plant beheren. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 5 in de buurt van een bijenvolk. |
|
Bloem |
|
|
Bloem van opzij |
|
|
Bloemknop met sterk behaarde kelkbladen |
|
|
Kelkbladen worden afgeworpen |
|
|
Tuin |
|
|
Tuin |
|
|
Een vaste planten kwekerij |
|
|
Vruchtbeginsel en meeldraden met honingbij |
|
|