Paliurus spina-christi
Wegedoornfamilie - Rhamnaceae |
Drachtplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: rond juli |
Bloem: geel, klein en geelgroen, in kleine pluimen. |
Blad: eirond met een stompe punt, bovenzijde lichtgroen, onderzijde blauwgrijsgroen |
Vrucht: een gevleugelde steenvrucht |
Overige: een doornige heester |
Hoogte: tot 4m |
Overige: De twijgen zijn met korte scherpe doorns bezet. |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, goed doorlatende, humus houdende bodems; op gemiddelde tuingrond. Zon-zonnig |
Herkomst: van Zuid-Europa tot Noord-China |
Toepassing: tuinen |
Beheer: eventueel vormsnoei |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar (en stuifmeel ?). Indicatie voor dracht: code Hb 3. |
|
Blad en bloeiwijze |
|
|
Doorns |
|
|
Bloeiwijze en honingbij |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|