Roze klaverzuring - Oxalis articulata
Oxalisfamilie Oxalidaceaee |
| Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
 |
Een knolgwas |
| Bloeiperiode: mei-augustus (september) |
| Bloem: roze, bloeiwijze schermvormig |
| Blad: wortelstandig en langgesteeld, driedelig, omgekeerd hartvormig, bladrand gewimperd, onderkant kort behaard; |
| Vrucht: een 5-hokkige doosvrucht |
| Hoogte: 0,1-0,2 m |
| Opmerking: wortelstok knolvormig; planten kunnen dichte vegetaties vormen. en in het groeiseizoen bodembedekkend zijn |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: licht vochtige tot zomerdroge, zandige tot lemige niet zure bodem; zon-halfschaduw. |
| Herkomst: Zuid-Amerika, ingeburgerd in Zuid-Europa, in Nederland een tuinplant die de neiging heeft om te verwilderen en zich permanent te vestigen. |
| Toepassing: tuinen; als de plant goed is ontwikkeld; kan verwildering optreden. |
| Beheer: overgroeiing van andere planten voorkomen; is gevoelig voor winternatte bodems. |
| Wilde solitaire bijen: alleen groefbijen waargenomen, onder meer Langkopsmaragdgroefbij, Lasioglossum morio. |
| Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3. |
| In de tuin in Veenendaal is oxalis articulata in ruim 15 jaar slechts enkele keren door honingbijen bezocht. Wel geregeld door wilde bijen. In de tuin in Kranenburg bij Vorden. Stond de plant nog nauwelijks in bloei en de honingbijen wisten de planten te vinden. De planten werden van beging juni tot eind augustus door honingen bijen bezocht. Steeds 3 tot 5 bijen op een kwart m2. Waarschijnlijk zijn het honingbijen van een imker in de buurt. |
| |
| Fragment plant |
 |
| |
| Langkopsmaragdgroefbijen |
 |
| |
 |
| |
 |
| |
 |
| |
 |
| |
| Akkerhommel |
 |
| |
| Steenhommel |
 |
| |
| Honingbij |
 |
| |
 |
| |
 |
| |
| |
| |
 |
| |