Schijnhulst - Osmanthus burkwoodii
Olijffamilie - Oleaceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een groenblijvende heester |
Bloeiperiode: april - mei |
Bloem: wit, bloeiwijze een bundel; |
Blad: bladen zeer kort gesteeld, donkergroen, 2-4 cm lang, eirond tot elliptisch en leerachtig; de bovenzijde glanzend donkergroen, de onderzijde min of meer lichtgroen. |
Vrucht: in principe een bes |
Hoogte: tot 3,0 (5,0) |
Opmerking: blorm zeer sterk geurend (welriekend) |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedsel- en humusrijke en min of meer neutrale bodems; zon en halfschaduw. |
Herkomst: cultuurbastaard van O. decorus- x O. delavayi. |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen; kan ook als heg worden toegepast. |
Beheer: verjongingssnoei; voor een rijke bloei in het volgende seizoen (jaar), direct na de bloei snoeien (indien noodzakelijk), dit geldt in ieder geval voor hagen. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb1-3 |
|
Schijnhulst - Osmanthus burkwoodi (witte struik) |
|
|
Bloem en blad |
|
|
Fragment heester |
|
|
Fragment heester |
|
|
Fragment heester |
|
|
Bloeiwijze |
|
|