Knikkende vogelmelk - Ornithogalum nutans
Aspergefamilie- -Asparagaceae; voorheen Leliefamilie - Liliaceae
Drachtplant, hommelplant
Een bolgewas
Bloeiperiode: april-mei
Bloem: wit, bloeiwijze een aarvormige tros; bloemen naar 1 kant gekeerd en knikkend
Blad: blad lijnvormig
Vrucht: een doosvrucht
Hoogte: 0,2-0,5 m
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humushoudende, vaak kalkhoudende minerale bodem: zand, zavel en klei. op licht beschaduwde grazige bermen, langs bosranden en heggen, op begraafplaatsen, in parken. Landgoederen langs de vecht; stinsenplant in Friesland en Groningen.
Verspreiding in Nederland: zeldzaam
Toepassing: tuinen, landgoederen, parken, begraafplaatsen, openbaar groen
Beheer: grasland op zijn vroegst maaien na het afsteven van het loof en/of na de bloei van andere planten in de vegetatie
Wilde solitaire bijen: wordt waarschijnlijk ook door wilde bijen bezocht. 1 x ook een foeragerend mannetje van de gewone sachembij waargenomen en een zandbij, maar dat is te weinig om deze plant de status van bijenplant toe te kennen.
Dracht: nectar en lichtbruin tot vuilwit stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3.
 
Platen - (bron links: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz )
(Bron plaat: Flora Batavia Jan Kops et al.)
 
Bloeiwijze
 
Bloem
 
Plant
 
Honingbijen
 
 
Een aardhommels