Kattendoorn - Ononis repens subsp.spinosa
Vlinderbloemenfamilie - Fabaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: roze tot paarsachtig, bloeiwijze min of meer trosvormig, bloemen okselstandig alleenstaand, in de oksels van de bovenste stengelbladeren |
Blad: meestal 3-tallig; deelblaadjes lijnvormig tot eirond en gewoonlijk met een spitse top |
Vrucht: een peul |
Overige: stengels rechtopstaand tot liggend, met weinig klierharen; jonge twijgen met 2 dichte haarrijen; dorens vaak in paren bij elkaar, stengelvoet verhout; |
Hoogte: 0,2-0,6 m |
|
|
|
Kattendoorn en kruipend stalkruid werden aanvankelijk als afzonderlijke soorten gezien; vooral in Zuid-Limburg kwamen tijdens het spoorweginventarisaties (1980-1995) in hoofdzaak (relatief lang) gedoornde planten van kruipend stalkruid voor die tussen de duinvorm van kruipend stalkruid en kattendoorn in stond. Onderscheid in ondersoorten werd pas in de 21 druk van de Heukels flora gemaakt. |
Milieu & groeiplaats: vochthoudende tot zomerdroge, matig voedselrijke, kalkhoudende zand-, löss- en zavelige bodems; op grazige plaatsen, in weilanden, duinen, wegbermen, op dijken en spoordijken; zon. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in het rivieren- en het duingebied en hier en daar in Zuid-Limburg |
Beheer: op plekken die worden begraasd is maaien niet nodig; op andere plaatsen, als verschraling noodzakelijk is, kan maaien in de nazomer of eventueel rond half mei gewenst zijn. |
Wilde solitaire bijen voor beide ondersoorten: |
Behangersbijen - Megachile |
|
Lathyrusbij |
M. ericetorum |
Is afhankelijk van vlinderbloemigen |
|
Grote bladsnijder |
M. willughbiella |
|
|
Kustbehangersbij |
M. maritima |
|
|
Tuinbladsnijder |
M. centuncularis |
|
|
Goudenslakkenhuisbij |
Osmia aurulenta |
|
|
Grote wolbij |
Anthidium manicatum |
|
|
Kleine wolbij |
Anthidium . punctatum |
|
|
Voor foto's wilde bijen zie ook bij kruipend stalkruid. |
Dracht: lichtbruin/geelbruin stuifmeel. Indicatie voor dracht Code 3. |
|
Platen kattendoorn: (Bron: Franz Eugen Köhler, Köhler's Medizinal-Pflanzen) |
|
|
Platen kattendoorn: (Bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885) |
|
|
Kattendoorn bloeiwijze |
|
|
Kattendoorn plant |
|
|
Kattendoorn met pastinaak op dijktalud |
|
|
Vegetatie met kattendoorn op een begraasd dijktalud |
|
|
Vegetatie met kattendoorn op gemaaid dijktalud in juli |
|
|
Hergroei van kattendoorn op een gemaaid dijktalud |
|
|
Een berm van oprit brug |
|
|
Lathyrusbij |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Grote wolbij |
|
|
Grote bladsnijder |
|
|
Tuinbladschijder |
|
|
Aardhommel op kattendoorn |
|
|
Aardhommel op kattendoorn |
|
|