Middelste teunisbloem - Oenothera biennis
Teunisbloemfamilie - Onagraceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Meestal een tweejarige plant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: geel, stempel vierspletig |
Blad: langwerpig |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: rozetplant met dikke penwortel |
Hoogte: 0,5-1,5 m |
Plant met draderig stuifmeel |
Bloeitijd: voornamelijk een nachtbloeier; de bloei begintv tegen de avondschemering en bloeit door tot de volgende ochtend. Bij koel weer en/of niet te veel zon kunnen te tot in de middag doorbloeien. Voor bijen en hommels is het eerste gedeelte van de dag 6.00-800 uur tot later in de zomer van 8.00-11.00 uur het meest interessant. |
|
De middelste teunisbloem is niet aangewezen op kruisbestuiving. In de bloemknop is de stijl korter dan de meeldraden, maar groeit in het laatste stadium van bloemknop door, ondertussen vindt ook zelfbestuiving plaats. Het stuifmeel dat met spinragachtige draden met elkaar is verbonden ligt dan gedeeltelijk op de stijlen. |
Milieu en groeiplaats: droge tot iets vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, open zandige tot lichte, zavelige en vaak kalkhoudende bodems; in duinen, op spoorweg-, haven- en industrieterreinen, in zandgroeven en op braakliggende plaatsen, tussen voegen van verharding; zon. |
Verspreiding in Nederland: oorspronkelijk uit Noord-Amerika; thans vrij algemeen in het duin-, rivieren- en Randstadgebied, verder in het zuidelijk en oostelijk gedeelte van het land. |
Toepassing: tuinen, openbaar groen, in zaadmengsels, tegel- geveltuinen. |
Beheer: bodem openhouden. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en geelwit draadachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3; stuifmeel hangt vaak in slierten aan de potenen bij nectarzoekende hommels over het hele lichaam. |
|
Platen middelste teunisbloem - (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: wikipedia) |
|
|
Bloem |
|
|
Bloeiwijze 2 |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Stijl met meeldraden met draderig stuifmeel |
|
|
Stijl met meeldraden met draderig stuifmeel |
|
|
Stijl met meeldraden met draderig stuifmeel na bloembezoek |
|
|
|
|
|
Ruiterpad in de duinen |
|
|
Open duinterrein |
|
|
Middelste teunisbloem met slangenkruid |
|
|
Ingezaaid op tijdelijk braakliggend terrein in Ede |
|
|
Ingezaaide berm in Veenendaal |
|
|
Een ecologische boerentuin in Heeg |
|
|
Middelste teunisbloem als onkruid op verharding |
|
|
Ingezaaid vijvertalud met onder meer middelste teunisbloem |
|
|
De tuin van de Veenpoel te Wissel (Gem. Epe) |
|
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij met stuifmeel |
|
|
Hommels met stuifmeel |
|
|
|
|
|
|
|
|
Susanne met de mooie ogen: Vooral in de nazomer vliegen hommels op verschillende plantensoorten. Het stuifmeel van teunisbloem zit overal aan het lijf geplakt. |
|
|
|
|
Een afgeworpen klodder stuifmeel: hommels, honingbijen en zweefvliegen vliegen vaak weg met een klodder of draad stuifmeel aan hun achterpoten. Tijdens het vliegen proberen ze zich van het stuifmeel te ontdoen. Deze afgeworpen klodder is ca 1 cm lang |
|
|
Blinde bij eet stuifmeel |
|
|
Doodshoofdzweefvlieg eet stuifmeel |
|
|
|
|