Helmogentroost - Odontites:
Bremraapfamilie - Orobanchaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae
|
Rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotina) en akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus) |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Eenjarige planten |
Bloeiperiode: eind juni-september (hoofdbloei juli-augustus) |
Bloem: bloem rood, helmknoppen buiten de bloem uitstekend; bloeiwijze een meestal overhangende tros en bloemen naar een kant gekeerd |
Blad: langwerpig, bleekgroen tot grauwgroen, net als de stengels en bloemkelk vaak paars aangelopen |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: bij rode ogentroost staan de takken in een stompe hoek (90°- 45°); bij akkerogentroost in een scherpe hoek (30° of minder) |
Hoogte: 0,1-0,6 m |
Opmerking: halfparasiet op grassen |
|
Milieu en groeiplaats:
rode ogentroost: in open grazige tot gesloten grazige vegetaties op natte tot zilte zandige tot kleiachtige bodems en op overgang naar open gronden; op schorren, groene stranden, op en langs paden in het waddengebied; verder onder meer spoorwegterreinen in Amsterdam tussen 1980-1996 nog?; stedelijke vijverkanten in de kuststrook tussen 1985-2000, onder meer Schiedam nog?; ook op tamelijk intensief gegraasde plaatsen (paarden, ganzen).
Milieu akkerogentroost: matig voedselrijke, zandige tot lemige, veelal kalkhoudende bodems; en op iets verdichte bodems; vroeger in graanakkers; in grasland, spoorwegemplacementen (tussen 1980-1996 in Zuid-Limburg en Zeeland, nog?). |
Verspreiding in Nederland: rode ogentroost in hoofdzaak in het kust- havengebied; akkerogentroost (zeer) zeldzaam in Zuid-Limburg, Achterhoek, rivierengebied en Zeeland; de laatste jaren talrijk in de Millingerwaard. |
Fauna: hommels, honingbijen, wilde solitaire bijen. |
Toepassing: wordt niet bewust toegepast. |
Beheer: in bermen en langs vijvers eenmaal per jaar na de zaadval maaien; op andere voor akkerogentroostplaatsen de bodem, zonder te spitten of te woelen, iets open houden of extensieve begrazing. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Ogentroostbij |
Militta tricinta |
Is van akkerogentroost (subsp. verna) afhankelijk |
|
Zowel de plant als de bij zijn zeer zeldzaam. De bij komt alleen voor in Midden- en Zuid-Limburg en lokaal in het rivierengebied. voor. |
Dracht: nectar en licht okerkleurig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Platen helmogentroost = akkerogentroost of rode ogentroost - (bron links: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden; rechts: Wikipedia) |
|
|
Plant rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotines) |
|
|
Bloeiwijze rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotines) |
|
|
Een begraasd grasland met rode ogentroost langs het Wad (Vlieland 2010) |
|
|
Fragment begraasd grasland met rode ogentroost |
|
|
Fragment grasland met rode ogentroost (buiten afrastering) |
|
|
Plant en bloeiwijze akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus) |
|
|
Vegetatie akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus) |
|
|
Honingbij op rode ogentroost |
|
|
Ogentroostbij op akkerogentroost |
|
|
Ogentroostbij op akkerogentroost (man. links, vr. rechts) |
|
|