Witte trompettabak - Nicotiana sylvestris
Nachtschadefamilie - Solanaceae |
Drachtplant. |
|
Een een- twee of driejarige plant |
Bloeiperiode: juli-september, het hangt heel sterk af van het moment van ontkieming van zaad en de temperatuur. |
Bloem: wit, met een korte kroon die overgaan in een lange dunne bloembuis, de totale lengte is ca. 9-10 cm |
Blad: groot tot ruim 35 cm |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: 1-tot ruim 2 m |
Opmerking: als de plant rijp zaad heeft gevormd, komt de plant vrijwel jaarlijks terug |
|
|
Milieu en groeiplaats: matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige, maar waterdoorlatende, humus houdende, neutrale grond. (samengevat op de meeste niet arme of te vochtige tuingrond. Winternatte bodems overleven ze niet. Zon-halfschaduw. |
Herkomst: Argentinië. |
Toepassing: tuinen, plantenbakken, gevel- en tegeltuinen; kunnen goed groeien in ruime (2-3cm) voegen van verhardingen. |
Beheer: Voor het in stand houden zorgen voor open plekken. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 0. Een enkele keer in eigen tuin honingbijen waargenomen. Een grote hoeveelheid planten trekken wel veel meer stuifmeel zoekende honingbijen aan. Zie artikel |
|
Sier tabaksplanten in een tuin |
|
|
|
|
Blad |
|
|
Zijkant huis. Hoogte van de plant is 1,85 m |
|
|
Het blad is stengelomvattend |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
|
|
Bloem en bloembuis |
|
|
Bloemknop |
|
|
5 meeldraden (1 achter stijl) en 1 stijl meteen twee lobbige stempel |
|
De meeldraden zijn net zo lang als de bloem tot ca. 10 cm. Het groene deel is de tweelobbige stijl |
|
|
Zaaddozen |
|
|
De zaaddozen met zeer fijn zaad zijn tweekleppig |
|
|
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|