Wilde narcis - Narcissus pseudonarcissus
Narcsisfamilie- Amarylllidaceae; voorheen Leliefamilie - Liliaceae -- |
(Drachtplant) |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: maart-april (op natte bodems tot eind mei) |
Bloem: geel; met een opvallende bijkroon; stempel 3-lobbig |
Blad: langwerpig en wortelstandig |
Vrucht: een doosvrucht |
Hoogte: 0,2-0,5 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot natte, matig voedselrijke, humeuze bodems; zon tot lichtbeschaduwd. In beekdalgraslanden en lichte loofbossen; vaak aangeplant. |
Verspreiding in Nederland: de originele botanische soort is waarschijnlijk in Nederland verdwenen. De foto's zijn gemaakt in de Ardennen onder tamelijk ongunstige omstandigheden voor bijen. |
Toepassing: tuinen, openbaar groen. |
Beheer: in tuinen kan de bloei terug lopen en moeten daardoor nu en dan worden verplant. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen, maar zeer zelden waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code? In tuinen en parken zelf nog niet waargenomen tussen 1982 -2014. Zal onder bepaalde omstandigheden (Natte tot vochtige graslanden in de Ardennen) een goede drachtplant zijn. In de eigen tuin worden alle bollen door bijen bezocht, maar narcis wordt genegeerd. |
|
Plaat - (bron: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Plant |
|
|
Vegetatie Ardenne (Ardennen 2014) |
|
|
Fragment vegetatie |
|
|