Blauwe druifjes - Muscari botryoides
Aspergefamilie - Asparagaceae; voorheen Leliefamilie - Liliaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: rond april |
Bloem: blauw, bloeiwijze een aarvormige tros |
Blad:lijnvormig; |
Vrucht: ee doosvrucht |
Hoogte: 0,1-0,25 m |
Opmerking: lijkt heel veel op M. armenia |
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, neutrale tot kalkrijke bodems; van nature in korte, grazige vegetaties; in allerlei milieus, zelfs tussen het plaveisel; op zich is dat niet zo vreemd: in Zuid-Europa groeit deze soort ook in stenige bergweide en graslanden; zonnig tot licht beschaduwd. |
Herkomst: Zuid-Europa en Klein-Azië; steeds meer verwilderd; werd ook als stinzenplant gebruikt. |
Toepassing: tuinen, plantenbakken, openbaar groen, onderbegroeiing van goed lichtdoorlatende beplanting. |
Beheer: in principe met rustlaten; op verzurende bodems licht mesten met organische mest of van tijd tot tijd de bodem omwoelen. In bodems die te veel met rust worden gelaten loopt de soort terug; Er blijft er op den duur alleen blad over |
Wilde solitaire bijen: |
|
Zandbijen |
Andrena |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Dracht: nectar en grijsachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Blauwe druifjes - Muscari botryoides- (bron links: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Blauwe druifjes - Muscari botryoides |
|
|
Blauwe druifjes in een tuin |
|
|
Verwilderde blauwe druifjes in een wegberm |
|
|
Verwilderde blauwe druifjes in een tuin |
|
|
Fragment graslandvegetatie |
|
|
Blauwe druifjes in een gazon samen met madeliefjes |
|
|
Blauwe druifjes als onderbegroeiing met veel zijwaarts invallend licht |
|
|
Honingbijen met kleine klompjes grijsachtig stuifmeel |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Aardhommel |
|
|
Klein geaderd witje |
|
|
Dagpauwoog |
|
|
Dagpauwoogmet Honingbij |
|
|
Dagpauwook met Honingbij |
|
|