Langbladige druifhyacint - Muscari armeniacum
Aspergefamilie - Asparagaceae; voorheen Leliefamilie - Liliaceae
Hommelplant, drachtplant.
Een bolgewas
Bloeiperiode: maart-mei.
Bloem: blauw; omgekeerd-eivormig tot urnvormig; steriele bloemen (bovenaan de tros) kort gesteeld, bloeiwijze een tros 
Blad: lijnvormig; 10-30 cm lang, tot 3-8 (10) mm breed.
Vrucht: een doosvrucht
Hoogte: 0,1-0,25 m
 
 
Meer foto's voorjaar 2016
 
 
 

Milieu: matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtig tot vrij droge, niet zure minerale bodems; in grazige begroeiingen en langs beplantingen; zon -halfschaduw

Herkomst en verspreiding in Nederland: oorspronkelijk een soort uit Klein-Azië en Zuidoost-Europa; op veel plaatsen verwilderd; maar weinig op zeeklei- en veengebieden.

Toepassing: al vanaf de tweede helft van 19e eeuw een tuinplant; wordt vooral sinds 2010 veel in het openbaar groen aangeplant voor de voedselvoorziening voor honingbijen.

Beheer: in beplantingen met rustlaten, grazige begroeiingen eventueel maaien nadat de bladen zijn afgestorven.
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen (waarschijnlijk als bij blauwe druifjes)
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3 (5?).
 
Muscari armeniacum
 
 
Lint van Langbladige druifhyacint in Veenendaal 2014
 
 
Veenendaal
 
NS-Station