Miscanthus sinensis Prachtriet
Grassenfamilie - Poaceae |
Drachtplant |
|
Een overblijvend gras |
Bloeiperiode: augustus - september |
Bloem: pluimvormig (de bloeiwijze is aarvormig vertakt) en roodbruin en tot ca. 30-40 cm lang |
Blad: tot ruim 1m lang en met een
witte streep in het midden |
Vrucht: graanvrucht |
Overige: vormt grote pollen |
Hoogte: tot ca. 2-3 (4) m |
Opmerking: De hoogte is sterk afhankelijk van de bodem |
|
|
|
|
|
Kenmerken: ; blad; plant hoog; . . Zie verder bij familie. |
Milieu: vochtige tot vochthoudende, voedselrijke bodems; zon-halfschaduw. |
Herkomst: Zuidoost-Azië. |
Toepassing: tuinen, parken openbaar groen; de plant woekert niet |
Beheer: moet door zijn sterke groei jaarlijks worden bemest; moet in de winter tot ca. 15 cm hoogte worden terug gesnoeid. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 4. Het betreft enkele waarneming in de tweede helft van september de botanische tuin van Utrecht waar de plant talrijk door honingbijen werd bezocht. Functioneert waarschijnlijk alleen in de buurt van een bijenstal. |
|
Een plantvak met Miscanthus sinensis |
7 |
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Detail aar |
|
|
Detail aar |
|
|
Blad tot ruim 1m lang en met een
witte streep in het midden |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbij op de terugweg |
|
|