Pepermunt - Mentha piperita
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een overblijvende vaste plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: lila; (cultivars tot paars); bloeiwijze: eindstandige schijnaren |
Blad: kortgesteeld, bladrand sterk gezaagd |
Vrucht: splitvrucht; de plant is onvruchtbaar |
Overige: plant vrijwel onbehaard |
Hoogte: 0,5-0.7 m |
Opmerking: vormt bovengrondse uitlopers; sterke muntgeur. |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, voedselrijke, niet zure bodems; zon-halfschaduw. |
Herkomst: kruising van watermunt (Mentha aquatica) met aarmunt (Mentha spicata). |
Toepassing: tuinen, kruidentuinen, plantenbakken; wordt gekweekt voor de smaak. |
Beheer: als vaste plant beheren. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code Hb 3. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|