Citroengele honingklaver - Melilotus officinalis
Vlinderbloemenfamilie - Fabaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een tweejarige plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: bloem geel, okselstandige tros |
Blad:
drietallig; deelblaadjes van de onderste bladeren zijn eivormig en scherp getand, boven het midden zijn ze smaller. |
Vrucht: een peul; vrucht gesnaveld, kaal en met 5-8 dwars ribbels; ze hebben vijf tot acht dwarsrichels; bevatten meestal één zaadje. |
Hoogte: 0,5-1,5 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu & groeiplaats: vochtige tot droge, matig voedselrijke, zandige tot kleiige bodems; op min of meer open gronden en in ruige vegetaties op industrie-, haven- en spoorwegterreinen, in wegbermen en op dijken, braakliggende terreinen, op halfverhardingen van parkeerplaatsen en vluchtheuvels en tussen het plaveisel; zon. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen. |
Toepassing: kan al dan niet in bloemen mengsels, op open terreinen worden uitgezaaid |
Beheer: voor blijvende aanwezigheid is open grond noodzakelijk. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Klaver dikpoot |
Melitta leporina |
Zijn afhankelijk van vlinderbloemigen |
|
Bremzandbij |
Andrena ovatula |
|
Grasbij |
Andrena flavipes |
|
|
Dracht: nectar en geelachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code5. |
|
Platen citroengele honingklaver - (bron links: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Bloeiwijze citroengele honingklaver |
|
|
Vruchten met ribbels en onbehaard |
|
|
Een vrucht (peultje) |
|
|
Een natuurlijke standplaats op Vlieland |
|
|
De Waddendijk |
|
|
Citroengele honingklaver tussen het riet op de Waddendijk |
|
|
Berm door zilt land vande Waddenkant op Vlieland |
|
|
Fragment van een vegetatie |
|
|
Toepassing in berm in Deventer |
|
|
Honingbij - |
|
|
Honingbijen |
|
|
Zandbij (Andrena flavipes) |
0 |
|
Zandbij |
|
|
Een aardhommel |
|
|