Groot kaasjeskruid - Malva sylvestris
Kaasjeskruidfamilie - Malvaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant.
Een tweejarige plant
Bloeiperiode: juni-oktober
Bloem: roze tot rozerood, bloem 3-4 cm in doorsnede, bloeiwijze okselstandig
Blad: blad gelobd,
Vrucht: splitvrucht
Overige: plant meestal rechtopstaand of sterk opstijgend
Hoogte: 0,5-1,4
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochthoudende, voedselrijke, lemige tot kleiige bodems; op overhoeken, spoorwegemplacementen, verlaten industrieterreinen, basaltglooiing en rivierdijken, akkerranden, kanaalbermen; zon-tb. Een soort van grasland en ruigte.
Verspreiding in Nederland: met uitzondering van de zandgronden in het binnenland vrij algemeen. (subsp. mauritanica: Mediterraan)
Toepassing: tegel en geveltuinen; ook uitgezaaid in stadsbermen en geluidswallen.
Beheer: kan zich op min op meer open plekken en open grasland een tijd handhaven, vooral op steen glooiingen; wordt in grazige begroeiingen een of tweemaal per jaar mee gemaaid.
Wilde solitaire bijen:
  Klokjesdikpoot Melitta haemorrhoidalis  
  grote klokjesbij Chelostoma rapunculi  
  Parkbronsgroefbij Halictus tumulorum  
Dracht: nectar en wit stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Bloeiwijze en plant
 
Plant op verharding
 
Bloem
 
Bloem
 
Groot kaasjeskruid langs hek
 
Groot kaasjeskruid langs hek
 
Kanaalberm
 
Akkerrand
 
Fragment akkerrand
 
Een overhoekje bij een electriciteitsgebouwtje
 
Een basaltglooiing langs de waddendijk van Vlieland
 
 
Groot kaasjeskruid met Peen op de Waddendijk
 
 
 
 
Toepassing in geveltuintje midden in Groningen: een plek met wilde bijen
 
Toepassing in geveltuintje midden in Groningen: eveneens een plek met wilde bijen
 
Klokjesdikpoot
 
Honingbij met wit stuifmeel
 
Honingbij
 
Een hommel