Liriope muscari
Lelieachigen - Convallariaceae/Liliaceae
Hommelplant, drachtplant
Een overblijvende plant
Bloeiperiode: August-begin oktober
Bloem: violetachtig; bloeiwijze aan aarachtige tros
Blad: blad lang lancetvormig, grasachtig en wintergroen
Vrucht: een doosvrucht
Overige: een compacte polvormende plant
Hoogte: 0,3-0,4m
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: licht vochtige, matig voedselrijke, humushoudende/rijke, bodem; zon-halfschaduw
Herkomst: China, Japan, Zuidoost Azië.
Toepassing: tuinen, kan ook als bodembedekker worden gebruikt.
Beheer: te veel schaduw voorkomen; vraagt geen speciaal beheer. Het overjarige loof in het voorjaar tot een paar cm bovende groen afknippen. Dat doe ik zelf met de heggenschaar.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen.
Dracht: nectar? en witgeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. In het algemeen wordt deze plant weinig door honingbijen bezocht, maar ze kunnen soms dagen achtereen aanwezig zijn. Hommels zijn veel trouwere gasten. Het lijkt er op dat honingbijen de helmknoppen stuk bijten om toegang te krijgen tot het stuifmeel.
 
Plant met een polvormige groeiwijze
 
Bloeiwijze
 
Bloem (de 6 bloemdekbladen en 6 meeldraden zijn duidelijk kenmerken van de leliefamilie)
 
Liriope met Fucshia
 
Toepassingen in de gemeente Veenendaal
 
 
 
 
 
Honingbijen
 
 
 
 
 
 
 
 
Het lijkt er op dat honingbijen de helmknoppen stuk bijten om toegang te krijgen tot het stuifmeel.
 
Hommel