Lonicera nitida - Kamperfoelie
Kamperfoeliefamilie-Caprifoliaceae
Drachtplant, hommelplant, bijenplant
|
Een groenblijvende heester |
Bloeiperiode: mei-juni |
Bloem: roomwit, bloeiwijze okselstandig enkele bijeen |
Blad: blad zeer klein en glimmend groen |
Vrucht: bes violet |
Hoogte: tot 3,0 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vochthoudende, matig voedsel- en al dan niet humushoudende, liefst neutrale tot kalkhoudende bodems; zon-halfschaduw. Herkomst: Zuidwest-ChinaToepassing: lagen heggen, tuinen, openbaar groen, boomspiegels, plantenbakken.Beheer: eventueel na de bloei snoeien of als heg knippen. bloeit op overjarig hout. Lonicera nitida bloeit op tweejarig (overjarig) hout en is dus een heester waarop verjongingssnoei moet worden toegepast. Dat is het beste voor de bloei en voor de bes. Maar op grote schaal is dat een vrijwel onbetaalbare zaak. Machinaal is dat onmogelijk. Er zijn een paar opties mogeijk.
a. om de twee jaar snoeien (afmaaien) zodat de heesters iedere twee jaar optimaal bessen dragen; b. direct na de bloei snoeien is steeds het beste voor de bijen. De bessen zijn dan minimaal, maar de dracht is dan maximaal.
Wilde solitaire bijen
|
Bruine rouwbij |
Melecta albifrons |
massaal in Rotterdam waargenomen |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
|
|
|
|
Bloeiwijze Lonicera nitida |
|
|
In na of voor de bloei gesnoeide heesters komen weinig bessen voor |
|
|
Bessen in een tak van een ongesnoeide heester |
|
|
Een beplanting van Lonicera nitida: op deze schaal goed voor bijen (Schiedam 2010) |
|
|
Een beplanting van Lonicera nitida (Schiedam 2010) - |
|
|
Lonicera nitida kan onder meer in boomspiegel worden aangeplant |
|
|
Honingbij licht bepoederd met witgeel stuifmeel |
|
|
Honingbij licht bepoederd met witgeel stuifmeel |
|
|
Honingbij licht bepoederd met witgeel stuifmeel |
|
|