Groenblijvende kamperfoelie - Lonicera henryi
Kamperfoeliefamilie-Caprifoliaceae |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een halfwintergroene klimplant |
Bloeiperiode: juni-juli |
Bloem: roze eindelingse en okselstandige bundels |
Blad: lancetvormig en leerachtig en zeer kort gesteeld, bladrand gewimperd |
Vrucht: bes zwartpaars |
Overige: twijgen tamelijk ruw behaard; |
Hoogte/lengte : |
Opmerking: tot 10 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke en humushoudende bodems; zon-halfschaduw. |
Herkomst: West-China. |
Toepassing: tuinen en hekwerken, afrasteringen. |
Beheer: is onder gunstige omstandigheden een robuuste groeier; lange ranken die contact krijgen met de grond vormen nieuwe planten; een soort die goed tussen andere planten wortelt, en daardoor niet altijd even gemakkelijk te verwijderen is. Verwildering is niet uitgesloten. |
Wilde solitaire bijen: niet genoteerd. |
Dracht: nectar en stuifmeel/. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bessen |
|
|
Akkerhommel (l)en Aardhommel (r) |
|
|