Zilverschildzaad - Lobularia maritima
Kruisbloemfamilie - Brassicaceae
Drachtplant, vlinderplant.
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: mei-september
Bloem: meestal wit, vaak paars, bloeiwijze een tros
Blad: langwerpig tot lancetvormig,  met zilver glans
Vrucht: doosvrucht
Hoogte, lengte: 0,1-0,2 m:
Opmerking: Is vaak tijdelijk bodembedekkend


Milieu en groeiplaats: vochtige tot vrij droge, min of meer voedselrijke, minerale bodems en stenig substraat; tegen en op tuinmuren, op onbetreden plaatsen op het plaveisel, stoepranden, bij putten en tegen straatmeubilair en in boomspiegels; zonnig. , zon - half schaduw.
Herkomst:  Middellandse Zeegebied, verwildert vaak, vooral langs randen van muren
Toepassing: tuinen, boomspiegels
Beheer: houdt alleen stand bij open grond
Wilde solitaire bijen: soms kleine groefbijen (Lasioglossum)
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 2. In tuinen worden honingbijen weinig door honingbijen bezocht. Waar Lobularia voor de zaadteelt wordt gekweekt, wordt deze plant druk doo honingbijen bezocht en levert dan ook veel nectar op.
 
Bloeiwijze
 
Een plant
 
Een plek in een tuin
 
Een voorloper van geveltuien ronf 1985
 
Floriade Venlo 2012
 
Floriade Venlo 2012
 
Floriade Venlo 2012
 
Honingbijen zoeken nectar
 
 
 
 
Bruin Zandoogje
 
Bruin Zandoogje