Gestreepte leeuwenbek - Linaria repens
Weegbreefamilie -
Plantaginaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae) |
Drachtplant, hommelplant, bijenplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: meestal paars achtig gestreept, bloeiwijze een tros |
Blad: lancetvormig |
Vrucht: een doosvrucht |
Overige: plant met een kruipende wortelstok |
Hoogte: 0,2-0,6 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: droge, matig voedselrijke, zandige en stenige bodems; op min of meer open plaatsen; langs bosranden, in wegbermen, op spoorwegterreinen; randen van heidevelden die grenzen aan wegbermen; breidt zich nog steeds naar andere open milieus uit; zonnig. |
Verspreiding in Nederland: oorspronkelijk uit zuidelijk Europa; vrij zeldzaam in Nederland, het meest in de omgeving van Arnhem en Zuidelijk Veluwe (daar in de jaren 60 vermoedelijk met legervoertuigen uit Frankrijk in gevoerd), verder verspreid over het land ook in stedelijk gebied. De soort is matig invasief. Tot nu tot (2012) geen noemenswaardige concurrent van andere plantensoorten). |
Toepassing: tuinen, tegeltuinen, rotstuinen; onder niet te natte en of droge omstandigheden tamelijk reproductief in tuinen; vooral door wortelstokken. |
Beheer: in bermen in september maaien. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Grote wolbij |
Anthidium manicatum |
in tuinen |
|
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Platen gestreepte leeuwenbek - (bron links: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Bloeiwijze gestreepte leeuwenbek |
|
|
Bloemen gestreepte leeuwenbek |
|
|
Gestreepte leeuwenbek in grasland langs een berm |
|
|
Gestreepte leeuwenbek op een gestoorde plek op de hei - |
|
|
Fragment |
|
|
Fragment wegberm samen met Sint Janskruid |
|
|
Gestreepte leeuwenbek langs het spoor (Olst-Zwolle 1984) |
|
|
Honingbijen op gestreepte leeuwenbek |
|
|
Honingbij met geel stuifmeel |
|
|
Honingbij verzamelt nectar en stuifmeel |
|
|
Alle honingbijen hebben stuifmeel op hun 'gezicht' |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Akkerhommel |
|
|