Zomerklokje - Leucojum aestivum
Narcsisfamilie- Amarylllidaceae; voorheen Leliefamilie - Liliaceae
|
Drachtplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: april - juni; bloeit op vochtige bodem eerder dan op natte gronden |
Bloem: wit met groene rand, bloeiwijze. eindelings 2 of 7 bloemen; stengels gevleugeld |
Blad: lancetvormig |
Vrucht: een doosvrucht |
Hoogte: 0,3-0,6 m |
Opmerking: |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: natte voedselrijke bodems; voornamelijk in verruigd riet, op boezemlanden, grinden en nat weiland; zonnig-licht beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: zeldzaam het lage gedeelte van het land. |
Toepassing: tuinen, parken, landgoederen |
Beheer: te veel schaduw en verruiging voorkomen. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1 (waarschijnlijk 3 bij bijenstal). |
|
Platen - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen. Johann Georg Sturm; rechts: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Groeiwijze |
|
|
Groeiwijze |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Holypark Vlaardingen |
|
|