Reuzenmargriet - Leucanthemum maximum
Composietenfamilie - Asteraceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juni-september
Bloem: lintbloemen wit, hart met buisbloemen geel, hoofdje allenstand
Blad: onderste bladeren spatelvormig, gekarteld en aan de voet wigvormig versmald
Vrucht: nootje
Hoogte: 0,7-1,0 m
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke lemige en kleiige, neutrale bodem; zon. - zonnig
Herkomst: Pyreneeën
Toepassing: tuinen
Beheer: als vaste plant
Wilde solitaire bijen: tronkenbij, maskerbijen, groefbijen. Meer info: www.denederlandsebijen.nl
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3.
 
Bloem
 
 
Margriet in het Pandhof bij de Dom in Utrecht
 
Tronkenbij
 
 
 
Gewone maskerbij
 
 
 
 
Een groefbij (Lasioglossum)