Groot spiegelklokje - Legousia speculum-veneris
Klokjesfamilie, Campanulaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juni-juli (augustus)
Bloem: blauwpaars, zelden wit, bloemkroon tot de helft ingesneden; kelkslippen lijnvormig; bloem kortgesteeld en alleenstaand.
Blad:  langwerpig; de onderste omgekeerd eirond.
Vrucht: een doosvrucht
Hoogte: 0,1-0,3m
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: op iets vochtige, matig voedselrijke niet zure bodems: lemig zand, leem, zavel, lichte klei, löss en mergel; elders in Midden- en Zuid-Europa ook op stenige en met leem vermengde plaatsen; onder meer langs wegbermen. Groeiplaatsen: graanakkers, stoppelvelden; in Nederland uiterst zelden op open plekken daar buiten; vroeger adventief nabij graansilo's bij haventerreinen. zon.
Verspreiding in Nederland: zeer zeldzaam in Zuid-Limburg, elders zeer zeldzaam of verdwenen.
Toepassing: graanakkerreservaten, botanische tuinen, heemtuinen, stadstuinen.
Beheer: bodem openhouden
Wilde solitaire bijen:
  Tweekleurige zandbij Andrena bicolor  
  Groefbijen Lasioglossum  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht code Hb1 (?); in vorige eeuwen waarschijnlijk hb3-5:
 
Plaat - (Bron: Flora Batavia Jan Kops et al.)
 
Bloem
 
Bloem en nog onrijpe doosvrucht en de lijnvormige kelkslippen
 
Plant
 
Een fragment van een akkerrand in Zuid-Frankrijk
 
Een fragment van een akkerrand in Zuid-Frankrijk
 
Groot spiegelklokje in een stenige wegrand in Zuid-Frankrijk
 
Tweekleurige zandbij (gefotografeerd in de Botanische tuin RUU)
 
 
 
Honingbijen (gefotografeerd in de Botanische tuin RUU)