Struikmalva- Lavatera thuringiaca
Kaasjeskruidfamilie - Malvaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, (vlinderplant?) |
|
Een heester |
Bloeiperiode: juli-oktober |
Bloem: Roze, kweekvormen ook in andere kleuren tussen wit en paars |
Blad: hartvormig rond, 5-kantig tot 5-lobbig. |
Vrucht: |
Overige: |
Hoogte: 1,2-2,5 m |
Opmerking: Een tussenvorm van een heester en een vast plant. De plant in onderaan houtachtig, meer naar boven toe kruidachtig |
|
|
Milieu en groeiplaats: iets vochtige tot vochthoudende, maar waterdoorlatende, voedselrijke, niet zure, zandige tot lemige bodems, zonnig tot half schaduw. |
Herkomst: Centraal-Europa en Zuidoost-Europa: |
Toepassing: Tuinen, geveltuinen, plantenbakken, boomspiegels. |
Beheer: niet geheel winterhard en gevoelig voor natte bodems |
Wilde solitaire bijen: mannetjes van klokjesdikpoot en grote klokjesbij. De vrouwtjes zijn gespecialiseerd op stuifmeel van campanula. Meer info: www.denederlandsebijen.nl |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb X. |
|
Heester |
|
|
|
|
Bloem en bloeiwijze |
|
|
Een geveltuin |
|
|
Een boomspiegel |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mannetjes van klokjesdikpoot |
|
|
|
|
|
|
|
Grote klokjesbij (mannetje) |
|
|
Hommel |
|
|