Gele zeepboom - Koelreuteria paniculata ---
Zeepboomfamilie - Sapindaceae; voorheen - Pimpernootfamilie - Staphyleaceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een boom |
Bloeiperiode: juli - augustus (september) |
Bloem: geel, kroonbladen met rode voet, bloeiwijze een grote eindstandige pluim |
Blad: tegenoverstaand, geveerd tot ca. 40 cm lang, deelblaadjes, grof gekarteld, -gezaagd of gelobd |
Vrucht: met vliezige opgeblazen rood tot paarsachtige verkleurende doosvruchten |
Overige: schors en twijgen grijsbruin, twijgen met ronde bruine, opliggende lenticellen |
Hoogte: ca. 12,0 (15) m |
Opmerking: |
|
|
Milieu: vochthoudende tot iets droge (kan sterk uitdrogende bodems verdragen), min of meer voedselrijke, zwak zure tot licht kalkhoudende bodems; zon. Is vorstgevoelig. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: China; verwilderd langs de Waal ten Oosten van Nijmegen ( Basaltglooiing, Millingerwaard). |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen (In Zuid-Europa als laanboom aangeplant). Een langzaam groeiende boom die in Nederland zelden hoger wordt dan 10 m. |
Beheer: in kleinere tuinen eventueel vorm- en verjongingssnoei toepassen |
Wilde solitaire bijen: nog niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-5. |
|
Gele zeepboom - Koelreuteria paniculata (Maastricht 2011)- - |
|
|
Gele zeepboom in park - |
|
|
Fragment gele zeepboom |
|
|
Bloeiwijze gele zeepboom |
|
|
Fragment bloeiwijze |
|
|
Blad gele zeepboom |
|
|
Vruchten gele zeepboom - |
|
|
Vruchten gele zeepboom - |
|
|
Vruchten gele zeepboom |
|
|
Honingbijen - |
|
|
Honingbijen |
|
|