Zandblauwtje - Jasione montana
Campanulaceae- Klokjesfamilie |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een tweejarige (soms meerjarige) plant. |
Bloeiperiode: juni-augustus |
Bloem: blauw, bloeiwijze een eindelings bolvormige tot iets afgeplatte hoofdje |
Blad: onderaan met langwerpige gegolfde, en meestal gaafrandig bladen |
Vrucht: een doosvrucht met springen bovenaan openspringende klepjes |
Plant: stengels aan de voet vertakt en behaard |
Hoogte: 0,1-0,3 m (tot ca. 0, 5 m) |
Opmerking: een diep wortelende plant; tot meer dan en halve m. De zaden hebben een tamelijk beperkte kiemkracht |
|
Milieu & groeiplaats: droge, zandige, voedselarme en kalkarme, zandige tot lemige, bodems; op open en grazige terreinen; in schrale graslanden, duinen, heide, bermen, op spoordijken op aangevoerd zand, droge greppelkantjes, in zandafgravingen, op spoorwegemplacementen en fabrieksterreinen; zon. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in het duingebied en op zandgronden in het binnenland; daarbuiten veel op aangevoerd zand. |
Toepassing: kan in tuinen en tegeltuinen worden uitgezaaid. |
Beheer: groeit in vegetaties die nog niet volledig zijn gesloten. Zodra de zode volledig is gesloten verdwijnt de plant. Op deze plekken, is maaien niet noodzakelijk, maar daarbuiten kan dat wel het geval zijn. Als maaien noodzakelijk of wenselijk is dan maximaal eenmaal per jaar in september-half oktober. |
Wilde solitaire bijen: |
Maskerbijen - Hylaeus |
|
Brilmaskerbij |
H. dilatatus |
|
|
Gewone maskerbij |
H.communis |
|
|
Kortsprietmaskerbij |
H. brevicornis |
|
|
Weidemaskerbij |
H.gibbus |
|
|
Tuinmaskerbij |
H. hyalinatus |
|
|
Rode maskerbij |
H. variegatus |
|
Groefbijen: Halictus en Lasioglossum |
|
Rootpotige groefbij |
H. rubicundus |
|
|
Gewone geurgroefbij |
L. calceatum, |
|
|
Gewone smaragdgroefbij |
L. leucopus |
|
|
Glanzende groefbij |
L. lucidulum |
|
|
Langkopsmargdgroefbij |
L. morio |
|
Overige soorten |
|
Donkerzomer zandbij |
Andrena nigriceps |
|
|
Witbaardzandbij |
Andrena barbilabris |
|
|
Dracht: nectar en blauwpaarsachtig stuifmeel (zie foto's). Indicatie voor dracht code 3. |
|
Platen zandblauwtje - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm ; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora) |
|
|
Bloem zandblauwtje |
|
|
Bloem van opzij |
|
|
Gedeeltelijk overstoven planten in de duinen |
|
|
Bladrozetten |
|
|
Een duinvegetatie |
|
|
Een fragment |
|
|
Een detail |
|
|
Zandblauwtje met andere planten |
|
|
met korstmossen |
|
|
|
|
Schermhavikskruid |
|
|
Duinviooltje |
|
|
Geel walstro |
|
|
Zandblauwtje met honingbij |
|
|
Fragment vegetatie met zandbij |
|
|
Een zandbij met onderbroken witte haarbandjes ) |
|
|
Zandbij van opzij met paarsblauwachtig stuifmeel |
|
|
Een maskerbij op zoek naar nectar |
|
|
Een maskerbij op zoek naar nectar |
|
|
Maskerbijen hebben geen verzamelharen en verzamelen stuifmeel met hun mond |
|
|
Een graafwesp (Cerceris) |
|
|
Zandoogje |
|
|
Vuurvlindertje |
|
|