| Boshavikskruid - Hieracium sabauda |
 |
Een overblijvende plant |
| Bloeiperiode: augustus -september |
| Bloem: geel |
| Blad: gevarieerd Langwerpig tot eivormig, bovenste deel van de stengel met en hartvormige voet. |
| Vrucht: een nootje |
| Hoogte:0,5- 1,40 m |
| |
| |
| |
| |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: zandige, lichtvoedselarme/ schrale, zandige en licht lemige grond. Meestal op licht beschaduwde plekken langs houtige begroeiingen en open plekken in bosachtige begroeiingen. Onder meer langs wegen, fiets- en wandelpaden. In de jaren tachtig ook in en langs spoorweggreppels in de achterhoek en Utrechtseheuvelrug. |
| Verspreiding in Nederland: Oostelijke, zandige en lemige gedeelte van het land. De foto's zijn gemaakt ten weste van Olderberkoop. |
| Toepassing: kan in het gebied van voorkomen in tuinen op ongestoorde bodems worden uitgezaaid. |
| Beheer: Zo veel mogelijk met rust laten. Indien noodzakelijk na het afsterven van de plant maaien en waar mogelijk iets meer ruimte geven. |
| Wilde solitaire bijen: enkele soorten kleine zwarte bijen zijn waargenomen |
| Dracht: honingbijen zijn op natuurlijke standplaatsen zeer weinig waargenomen. |
| |
| Vegetatie langs een fietspad. |
 |
| |
| Bloeiwijze |
 |
| |
| Blad |
 |
| |
| |
 |
| |
| Bovenste deel van de stengel met en hartvormige voet. |
 |
| |
| Aardhommel |
 |
| |