Grijs havikskruid - Hieracium praealtum
Composietenfamililie - Asteraceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: mei-augustus
Bloem: geel, zonder rode kleuren aan de onderkant; van bloeiwijze een tuil
Blad: blad langwerpig
Vrucht: een nootje
Overige: plant grijsgroen; stengels lang behaald; vaak met bovengrondse uitlopers; rozetvormende plant
Hoogte: 0,3-0,7m
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: droge, voedselarme tot matig voedselrijke, zandige, gruisachtige en stenige bodems; op open, stenige plaatsen en in grazige vegetaties in weg- en spoorbermen, op spoorwegemplacementen en op mijnsteenbergen en tussen het plaveisel; zon
Verspreiding in Nederland: in hoofdzaak in Zuid- en Midden Limburg; vooral voor 1995 in hoofdzaak een spoorwegplant.
Toepassing: tuinen, geveltuinen, rotstuinen
Beheer: grazige vegetatie 1 x per jaar maaien in de nazomer of vroege herfst
Wilde solitaire bijen:
  Tweekleurige zandbij Andrena bicolor nectar
  Mattebandgroefbij Lasioglossum leucozonium nectar en stuifmeel
  Tronkenbij Heriades truncorum nectar en stuifmeel
  Tuinbladsnijder Megachile centuncularis nectar en stuifmeel
  Geelgerande tubebij Stelis punctulatissima nectar
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. (waarnemingen in Z-L in 1982-1995)
 
Plaat (Bron: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm)
 
Bloeiwijze
 
Bloeiwijze van opzij
 
Hoofdje
 
Stengel
 
Blad
 
Grijs havikskruid als tuinplant
 
Tweekleurige zandbij
 
Tronkenbij
 
 
 
Mattebandgroefbij
 
 
Tuinbladsnijder (m)
 
 
Tuinbladsnijder (vr)
 
 
 
 
Geelgerande tubebij
 
Een verschoten boomhommel