Hennepbladstokroos - Hibiscus cannabinus
Kaasjeskruidfamilie - Malvaceae |
Drachtplant, (hommelplant). |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: augustus-september |
Bloem: kroonbladen in de bovenste helft wit tot crèmekleurig een naar onder toe sterk paars of purper aangelopen of gekleurd; de meeldraadzuil met gele meeldraden |
Blad: bladen handvormig gedeeld |
Vrucht: een splitvrucht, de uitgroeiende kelkbaden vormen een soort zaaddoos |
Overige: plant weinig vertakt |
Hoogte: 1,2-2,0 (3,0) m |
Opmerking: |
|
|
Milieu: vrij droge tot vochthoudende minerale voedselrijke bodems; de plant is droogte tolerant; zon. |
Herkomst: Tropisch Afrika en India |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: op schrale bodems bijmesten. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. Verzamelen van stuifmeel is niet waargenomen. De bijen gaan wel vaak in de bloem voordat ze aan de bloembasis nectar gaan verzamelen.
De bijen verzamelen nectar via de buitenkant van de bloem. Achter de kelkbladen zit een spleet tussen de kroonbladen. De bijen moeten de kelkbladen opzij duwen om met hun tong er tussen te komen. Vaak gaan ze eerst geheel of gedeeltelijk de bloem binnen (verkenning?), waarna ze direct naar de achterkant van de bloem verdwijnen.
Gedurende de hele bloeiperiode wordt de plant talrijk door honingbijen bezocht. In ieder geval in de buurt van bijenvolken.
|
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Blad |
|
|
Planten |
|
|
Bloemen |
|
|
Bloemen en vruchten |
|
|
|
|
|
|
Meeldraden |
|
|
Klelkbladen |
|
|
Klelkbladen: door het middelste kelkblad is opening tussen de kroonbladen zichtbaar |
|
|
Een ontluikende bloem |
|
|
De uitgegroeide kelkbladen vormen een soort zaaddoos |
|
|
De uitgegroeide kelkbladen ('zaaddoos') |
|
|
De uitgegroeide kelkbladen van boven gezien |
|
|
Een onrijpe en rijpe vrucht (zaaddoos) |
|
|
|
|
Foeragende de honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|