Damastbloem - Hesperis matronalis
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een tweejarige (kortlevende vaste) plant |
Bloeiperiode: mei - juli |
Bloem: wit of paars, (er bestaan ook cultivars die daar van afwijken); bloeiwijze een samengestelde tros |
Blad: wortelbladen eirond,. naar boven toe worden stengelbladen kleiner; bladrand gewoonlijk. getand en toegespitst; bovenste vrijwel ongesteeld. |
Vrucht: hauwen smal; 3-12 cm lang |
Overige: |
Hoogte: 0,5-1,0 (tot 1,5 tuinen, open-baar groen) m hoog. |
|
|
|
Milieu: vochtige voedselrijke minerale bodems; komt verwilderd langs en in allerlei beplantingen voor; zonnig-licht beschaduwd. |
Herkomst: Midden en Zuid-Europa; spaarzaam verwilderd in stedelijk gebied, maar houdt gewoonlijk niet lang stand. |
Toepassing: tuinen, vaak uitgezaaid in bloemenweiden, soms in stadsbermen; maar verdwijnen meestal binnen een paar jaar. |
Beheer: De soort verdwijnt in gesloten vegetaties; heeft open plekken nodig voor nieuwe kieming; komt in de meeste tuinen met open plekken meestal spontaan op. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen (, A. Haemorrhoa). |
|
Blauwe zandbij |
Andrena agilissima |
|
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
|
|
Roodgatje |
Andrena haemorrhoa |
|
|
Metselbijen |
Osmia |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 |
|
Damastbloem plaat en bloeiwijze - (bron plaat: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden) |
|
|
Damastbloem: plant en bloeiwijze |
|
|
Damastbloem in een plattelandstuin |
|
|
Honingbij |
|
|
Damastbloem in een stadstuin met kleine vos |
|
|
Damastbloem langs een rotonde in Frankrijk (2011) |
|
|
Bloemenweide Amsterdam-Noord 1995; op de achtergrond met damastbloem |
|
|
Koolwitje |
|
|
Een metselbij |
|
|