Wrangwortel - Helleborus viridis subsp. occidentalis
Ranonkelfamilie - Ranunculaceae |
| Hommelplant, drachtplant. |
 |
Een overblijvende (vaste) plant |
| Bloeiperiode: maart-april |
| Bloem: bloembladen groengeel, bloeiwijze een bijscherm met 2 tot 4 bloemen; soms met 3 |
| Blad: gewoonlijk 2 langgesteelde . donkergroene, ingesneden wortelbladen; bladrand diep getand; waaiervormig en handvormig gedeeld met 7 tot 11(13) lancetvormige slippen; bloeistengels met kleinere, ongesteelde, handvormig gedeelde bladeren |
| Vrucht: kokervruchten ongeveer even lang als breed |
| Overige: plant niet groenblijvend |
| Hoogte: 0,2-0,4 m |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: vochtige, voedselrijke, kalkhoudende kleiige bodems; in Nederland voornamelijk een kleiplant; voornamelijk in loofbos, buitenplaatsen en op rivierdijken; beschaduwd. |
| Verspreiding in Nederland en herkomst: zeer zeldzaam in het rivierengebied; inheems in Noordwest- en Midden Europa ook stinzenplant. |
| Toepassing: tuinen. Zeer giftig |
| Beheer: als vaste plant beheren. |
| Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
| Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: codehb1. (in de omgeving van een bijen stal 3) |
| |
| Wrangwortel - (bron boven : O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
 |
| |
| Wrangwortel - Helleborus viridis- (bron Darstellung und Beschreibung sämtlicher in der Pharmacopoea Borusica aufgeführten offizinellen Gewächse by Otto Carl Berg & Carl Friedrich Schmidt.) |
 |
| |
| Wrangwortel - Helleborus viridis in een heemtuin |
 |
| |
| Fragment plant |
 |
| |
| Bloem |
 |
| |
| Bloem |
 |
| |
| Kokervruchten |
 |
| |