Kerstroos - Helleborus niger

Kerstroos - Helleborus niger
Ranonkelfamiliieu - Ranunculaceae

Hommelplant, drachtplant.

	Een overblijvende (vaste) plant
	Bloeiperiode: januari-maart
	Bloem: bloem wit tot purper, vaak naar groen verkleurend; bloeiwijze alleenstaand
	Blad: gedeeld aan de topgetand
	Vrucht: doosvrucht
	Hoogte: 0,2-0,3m

Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, kalkhoudende, leem-, klei- en kleiachtige bodems; groeit ook op lichtere gronden, maar valt dan sneller weg. beschaduwd-halfschaduw.

Herkomst: Alpen.

Fauna: hommels in 2e helft van februari - maart.

Toepassing: tuinen, plantenbakken. Plant Zeer giftig.

Beheer: Als vaste plant beheren. De plant is winterhard, maar de bloemen kunnen bevriezen bij strenge vorst.

Wilde solitaire bijen: niet waargenomen.

Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb1 (maar bij een bijenstal Hb3 ca. 300 m afstand). Als deze plant in de tuin staat ie het leuk als er bijen op komen. Maar voor de bijen is de betekenis van deze plant en de meeste andere kerstroosachtige soorten zeer marginaal.

Platen Kerstroos - Helleborus niger - (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: http://botanical.com)