Stijve zonnebloem - Helianthus laetiflorus -- - (Asteraceae - composietenfamilie) |
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-half oktober |
Bloem: geel, bloeiwijze eindelings |
Blad: bladen langwerpig, ruwharig en aan de onderkant met 3 duidelijke nerven, bladrand gezaagd tot getand |
Vrucht: nootje |
Overige: stengel eveneens ruw kortharig; wortelstok zonder knollen |
Hoogte: 1,0-2,0 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu: vochtige tot vochthoudende, voedselrijke, zandige tot kleiige bodems; in ruigten, op overhoeken, langs rivieroevers, spoorwegen, op spoorwegemplacementen en industrieterreinen; zon. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: Noord-Amerika; vaak verwilderd in het stedelijk gebied. Verspreidt zich vaak door tuinafval, vaak ook relict van volkstuinen. |
Toepassing: tuinen, geveltuinen, bewonersprojecten in openbaar groen. |
Beheer: in tuinen als vaste plant daarbuiten als ruigte beheren. Omdat de plant exotisch en matig invasief is, is beheer om hem in stand te houden overbodig en zelfs ongewenst. Kan in tuinen tamelijk woekeren, maar aanzienlijk minder aan aardpeer; is in tuinen ook gemakkelijker in de hand te houden. Een goed alternatief voor stijve zonnebloem is de niet woekerende Helianthus microcephalus 'Lemon Queen' |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en geelachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Groeiwijze plant |
|
|
Fragment |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloem |
|
|
Bladen langwerpig en kort ruwharig |
|
|
Bladrand gezaad tot getand |
|
|
Stengel ruw kortharig |
|
|
Atalanta zuigt nectar |
|
|
Een blauwtje |
|
|
Een geveltuin in Amsterdam en een bewoners project in Deventer |
|
|