Zonnebloem - Helianthus annuus --(Asteraceae - composietenfamilie) ----
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juli-oktober
Bloem: gele lintbloemen, buisbloemen geel of bruinachtig, bloeiwijze eindelings
Blad: bladen met hartvormige of afgeronde voet, bladrand grof getand
Vrucht: nootje
Hoogte: 0,8- 0,3 (4,0)
 
 
 
 
 
 
 
Zonnebloem is een die in de periode van bloeit.
Kenmerken: bloem met ; ; m hoog.
Milieu: vochtige voedselrijke bodems; op overhoeken, rivierstandjes, daar soms talrijk en op kribben; zon.
Herkomst en verspreiding in Nederland: Noord-, en Midden-Amerika-, wordt als sierplant en als landbouwgewas geteeld; verwildert vaak maar houdt geen stand, soms talrijk langs rivieroevers.
Toepassing: tuinen, volkstuinen, schooltuinen, tegeltuinen; wordt vooral in akkerranden uitgezaaid; vaak worden er ook cultivars ingezaaid.
Beheer: de bodem moet open blijven om enige kans op nieuwe kieming te maken; verder moet de plant steeds opnieuw worden uitgezaaid.
Wilde solitaire bijen: Niet waargenomen.
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 bij grote aantallen zonnebloemen. Code 3 in tuinen. In principe maakt het voor de honingbijen en vooral voor hommels niet uit of het de bonatische soort is of een cultivar. Maar als de zonnebloemen bestaan uit een mix van cultivars en/of variëteiteneen mix, lijken de honingbijen voor de lichte (gele) kleuren te kiezen.
 
 
fragment
 
Detail: van binnen naar buiten vindt vrucht ontwikkeling plaats
 
Cultivars
 
Een cultivar
 
Een cultivar
 
Een cultivar
 
Een cultivar
 
Een zonnebloemenakker in Zuid-Frankrijk
 
Een akkerrand
 
Fragment
 
Een rand met zonnebloem op een landgoed
 
Een akkerrand in de Hoeksewaard
 
Een cultivar van zonnebloem in een akkerrand op Overflakkee -
 
Een zonnebloem langs de Waal: komt in sommige jaren talrijk voor
 
Een zonnebloem langs de Waal
 
Honingbij
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Aardhommel
 
Aardhommel
 
Atalanta
 
Atalanta
 
Atalanta
 
Atalanta