Zonnekruid - Helenium autumnale--
Composietenfamilie - Asteraceae
(Bijenplant), hommelplant, drachtplant.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juli - september
Bloem: geel tot bruinachtig; lintbloemen naar beneden gericht, naar de top verbreed; aan het eind gelobd of getand, de botanische vorm meestal met 3 lobben; gedeelte met buisbloemen bolvormig; omwindsel in twee kransen; bloeiwijze eindelings
Blad: bladen langwerpig en aflopend (blad gaat in de stengel over)
Vrucht: nootje
Hoogte: 0,8 -1,5 m hoog cultuurvomen tot ca. 2,0 hoog.
meer cultivars
 
 
Milieu: vochtige, matig voedselrijke bodems; zon.
Herkomst: Noord-Amerika.
Toepassing: tuinen, soms in openbaar groen en parken. Helenium wordt vaak op volkstuinen en boerentuinen aangeplant
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: behangersbijen (Megachile).
Dracht: nectar en oranjegeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-5.
Van Helenium autumnale bestaan tientallen (meer dan 100) cultivars die vaak alleen door specialisten goed van elkaar zijn te onderscheiden zijn. Op deze pagina en de vervolgpagina worden enkele cultivars als voorbeeld genoemd. Helenium 'Moerheim Beauty' was enkele decennia geleden de meest toegepaste cultivar.
Wat milieu en hoogte betreft komen de meeste cultivars overeen met de botanische soort. Het overgrote deel van de cultivars (misschien allemaal) worden in ieder geval voor honingbijenbezocht (code 3-5).
 
Een cultivar van Zonnekruid
 
Hoofdjes: de uitgegroeide hoofjes zijn bolvormig
 
De Kruidhof Buitenpost
 
De tuin van Martin Graat in Cuijk op de voorgrond Helenium
 
Demonstratietuin Hessenhof
 
Demonstratietuin Hessenhof
 
Fragment met alle ontwikkelings stadia
 
Helenium 'Moerheim Beauty'
 
Helenium 'Julisonne'
 
Park Amsterdam Geuzenveld met Helenium op de voorgrond
 
Helenium 'El dorado' op volkstuinen
 
Helenium 'El dorado'
 
Helenium 'El dorado' -
 
 
Honingbijen
 
Een behangersbij
 
Distelvlinder