Hebe
Weegbreefamilie -
Plantaginaceae; voorheen Helmkruidfamilie - Scrophulariaceae |
Hommelplanten, drachtplanten, vlinderplanten. |
|
Heesters en halfheesters |
Opmerking: in Europa worden voor de verkoop enkele tientallen soorten en een veelvoud aan cultivars daarvan voor de handel gekweekt. Op deze pagina wordt alleen op het geslacht (genus) in het algemeen ingegaan. |
Bloeiperiode: voorjaar-herfst |
Bloem: kleuren variëren van wit tot paars; ze hebben vier ongelijke kroon bladen, twee meeldraden en een lange stijl. Lijkt veel op Veronica; bloeiwijze trosvormig |
Blad: per soort variabel, variërend van langwerpig tot rond, maar wel steeds tegenoverstaand |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: 0,2-2.0 m |
|
Milieu en groeiplaats: de meeste niet zware tuingronden en humus houdende zandgronden, die niet te vochtig of te nat zijn volle zon - half schaduw. |
Herkomst: de botanische soorten komen van nature voornamelijk in Nieuw Zeeland voor. |
Toepassing: tuinen, geveltuinen, rotstuinen, plantenbakken. |
Beheer: vormsnoei is meestal niet nodig; wel maatregelen tegen bevriezen, is vedrder gevoelig voor natte bodems. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb is afhankelijk van de soort. Botanische soorten en kweekvormen waarvan de bloemen weinig of niet afwijken van de botanische soorten of (bij bastaardering of kruisingen) niet te veel afwijken van de stamouders worden meestal door honingbijen, hommels en vlinders bezocht. |
|
Plant/Heester (cultivar) |
|
|
Bloeiwijze en blad |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
Aardhommels |
|
|
|
|
Dagpauwoog |
|
|
Distelvlinder |
|
|
Koolwitje |
|
|