Zomerhyacint - Galtonia candicans
Asparagaceae/Hyacintenfamilie - Hyacinthaceae; voorheen Leliefamilie - liliaceae |
Drachtplant, hommelplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: juli - september |
Bloem: wit; bloeiwijze een tros, bloemen hangend en 3-5 cm lang, zeer welriekend; |
Blad: langwerpig |
Vrucht: een doosvrucht |
Hoogte: 0-8-1,5 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: vochtige, voedselrijke bodems; zon. |
Herkomst: Zuid-Afrika. |
Toepassing: tuinen. Bol en plant zijn niet winterhard; planten in de volle grond in april of voorkweken in potten; is meer een kuipplant dan een vollegrond plant. |
Beheer: voor de winter bollen al dan niet met pot rooien en koel en vorstvrij bewaren; bij overwintering in niet natte volle grond afdekken met een dikke (30 cm) laag stro of mulch. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 en 4 (bij grote aantallen planten vermoedelijk 5). Honingbijen hebben de neiging om bloeien de bloemen te forceren, maar bij pas ontluikte bloemen lijkt dat niet te lukken. Ze kruipen wel tussen de bloemslippen van uitgebloeide bloemen door. Deze scheiden nog nectar af ze zijn uitgebloeid. Zoals dat met meer planten het geval is, is Galtonia een plant met een toegift. . |
|
Knop stadium |
|
|
Botanische tuin Utrecht |
|
|
Bloem |
|
|
Bloeiwijze: de onderste samengetrokken bloemen zijn uitgebloeid, maar geven nog volop nectar. |
|
|
Fragment bloeiwijze |
|
|
Honingbij bij een jonge bloeiende bloemen |
|
|
|
|
Bloem met enkele verwijderde kroonbladen |
|
|
De honingbij verzameld hier eerst stuifmeel |
|
|
En klimt dan omhoog voor nectar |
|
|
De honingbijen hebben de neiging om bloem te forceren |
|
|
Bloembezoek bij uitgebloeide bloemen |
|
|
|
|
|
Ook in de uitgebloeide bloem wordt nectar afgescheiden |
|
|
Honingbijen zoeken nectar |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Op naar de volgende uitgeboeide bloem |
|
|