Fuchsia paniculata --
Teunisbloemfamilie - Onagraceae |
Hommelplant, drachtplant. |
|
Een heester /kuipplant |
Bloeiperiode: juni-september |
Bloem: purperachtig. bloeiwijze aan het eind van de takken, de stelen in de boeiwijze min of meer purperachtig |
Blad: blad langwerpig |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: jonge twijgen roodachtig |
Hoogte: tot ruim 3 m |
Ten opzichte van de bekende fuchsia's zijn de bloemen zeer klein. |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, zwakzure tot neutrale, humeuze bodems; zonnig-licht beschaduwd. |
Herkomst: Mexico, Panama. |
Toepassing: tuinen, plantenbakken. |
Beheer: niet geheel winter hard, Dus beschermen tegen matige vorst. Felle middagzon voorkomen. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel Indicatie voor dracht: code Hb 3. |
|
Een heester |
|
|
Een fragment |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Doosvruchten en bloemen |
|
|
Doosvruchten |
|
|
Bloeiwijze en blad |
|
|
De plant wordt bezocht door hommels en honingbijen. |
|
|
Honingbijen op zoek naar nectar en stuifmeel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|