Fuchsia - Fuchsia magellanica
Teunisbloemfamilie - Onagraceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: juli - november |
Bloem: rood-purperrood, bloeiwijze. hangend, okselstandig, alleenstaand |
Blad: eirond tot lancetvormig en aan de top toegespitst |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: stuifmeel klit aan elkaar |
Hoogte: in Nederland tot ca. 1,5 m |
|
|
|
|
|
|
|
Fuchsia is een heester die in de periode van bloeit. |
Kenmerken: bloem ; hoog. |
Milieu: vochtige, zwak zure tot neutrale voedselrijke, zandige tot kleiige bodems of veraarde bodems, maar geen zware klei; op goed vochtige grond zon anders halfschaduw. |
Herkomst: Chili, Argentinië. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: Bloeit op eenjarig hout; kan jaarlijks in het vroege voorjaar tot aan de grond worden terug gesnoeid; in principe zou dat niet noodzakelijk zijn; in een zachter klimaat (ondermeer Zuid- en West-Engeland) groeit de soort tot over de 3 m door; maar in Nederland is de soort bovengronds tamelijk vorstgevoelig. Bij strenge vorst eventueel afdekken met groenblijvende takken of stro. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. Het stuifmeel kleeft in draden bijeen. |
|
Bloeiwijze Fuchsia magellanica - |
Terug |
|
|
Bloeiwijze |
Terug |
|
|
Heester - |
Terug |
|
|
Fragment heester |
Terug |
|
|
Honingbijen |
Terug |
|
|
Hommel |
Terug |
|
|
Stuifmeel hangt in draden bijeen |
|
|